Biobrandstoffen: omstreden, géén alternatief

De trein is een alternatief voor de auto, voor vlees zijn er vervangers en het online casino (zie hier) is een prima optie boven de fysieke variant. Plantaardige brandstoffen zijn echter géén alternatief. Ze moeten het weg- en luchtverkeer minder belastend maken voor het milieu, maar in werkelijkheid zijn ze veel schadelijker dan fossiele brandstoffen. ‘Biobrandstoffen uit voedselgewassen bieden slechts een schijnoplossing voor onze energiebehoefte’, klinkt het onder klimaat- en milieuwetenschappers.

Biobrandstoffen zijn niet schoon

De productie van plantaardige brandstoffen is enorm energie-intensief en zorgt juist voor meer CO2-uitstoot. Voor de winning van biobrandstoffen als palm- en sojaolie is namelijk heel wat grond nodig. Het gevolg: meer ontbossing en dus meer uitstoot. Alleen al in Indonesië is voor de teelt van deze ‘schone brandstoffen’ de afgelopen jaren meer dan 130.000 hectare regenwoud gekapt. Een flinke klap voor de biodiversiteit.

Ook de Europese Unie (EU) vaart inmiddels niet meer blind op het gebruik van plantaardige boven fossiele brandstoffen. Waar het eerder lidstaten nog motiveerde om jaarlijks meer biobrandstof bij te mengen, wil het vanaf 2023 juist gaan afbouwen. Onderzoek van de Europese Commissie toont namelijk dat diesel met palmolie liefst drie keer schadelijker is voor het milieu dan normale diesel. Brandstoffen met soja- en koolzaadolie zijn twee keer schadelijker. In totaal zouden biobrandstoffen de C02-uitstoot met liefst 4 procent doen stijgen.

Conclusie: de good old brandstoffen zijn zo slecht nog niet!

12 May 2020